Geschiedenis

Het eerste bankbiljet werd in 1661 door de Bank van Stockholm in Zweden in omloop gebracht. Een gedrukt bankbiljet van de Bank of England met een waarde van £555 werd in 1699 uitgegeven.

Van de nog in omloop zijnde bankbiljetten zijn die van $10.000 van de United States Federal Reserve Bank de hoogste in waarde. Het laagste in waarde zijn de Braziliaanse bankbiljetten van één cruzeiro, die een nominale waarde hebben (1975) van iets meer dan een tiende cent. Banken maken soms biljetten van zeer hoge en zeer lage waarde voor hun eigen verrekensysteem; deze biljetten worden nooit in omloop gebracht. De Bank of England heeft bijvoorbeeld wel gebruikgemaakt van bankbiljetten van £1.000.000 en van 1 penny. De Nederlandsche Bank heeft in 1914 biljetten van 5.000.000, 25.000 en 50.000 gulden gebruikt, die alleen voor verrekening tussen banken bedoeld waren. Deze zogenoemde bankiersbiljetten waren dan ook voorzien van een opdruk "Alleen in rekening betaalbaar".Het biljet met de hoogste waarde dat ooit werd gedrukt is de Hongaarse 1 triljard pengÅ‘ (21 nullen) uit 1946, die echter nooit in omloop kwam (het biljet van 100 triljoen wel). Het biljet met de hoogste waarde in omloop was waarschijnlijk het Amerikaanse biljet van 100.000 dollar, dat begin 20e eeuw alleen als goudstandaard werd uitgegeven. Er bestaat geen biljet van 100.000 euro; wel gaf Oostenrijk in 2004 een herdenkingsmunt van 100.000 euro uit.